Jezus zal Hij heten Jezus zal Hij heten
“Zij zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus.” (Mattheüs 1:21a)

Jozef, de timmerman uit Nazareth, had lang nagedacht toen Maria, zijn verloofde, he, vertelde dat ze zwanger was. Hij was tot de slotsom gekomen: Het is beter dat we uit elkaar gaan.
Daar komt hij van terug na een wonderlijke droom. In die droom hoort hij de stem van de engel van de Here onze God, de speciale boodschapper van God. Deze draagt hem op Maria als levenspartner te nemen en zelf het kind, dat zij verwacht, een naam te geven. Bij de aankondiging van de geboorte in Lucas 1 krijgt Maria deze opdracht. We kunnen dus stellen: Beide ouders wordt met grote nadruk voorgehouden: Er is maar één naam mogelijk voor het kind, waarvoor jullie de verantwoordelijkheid krijgen. Jezus. Het is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Jeschua of Joschua en betekent: De Here is heil of redding. Hoewel er zowel in het Oude als het Nieuwe Testament personen met deze naam voorkomen, wordt het unieke van de naamgeving hier als volgt weergegeven: “Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden”(21b). Als vrome Jood moet dit Jozef als muziek in de oren hebben geklonken. Immers iedere rechtgeaarde Israëliet leefde vanuit de Messias verwachting. Er was al eeuwen geleden een verlosser beloofd, een redder van vreemde heerschappij. Hij zou dan de troon van David bestijgen en het Joodse volk zijn glorie en macht teruggeven. Het wonderlijke hier is nu dat er geen sprake is van de bevrijding van een aards, in dit geval Romeins juk, maar van zonden. Of de betekenis daarvan ten volle tot Jozef is doorgedrongen, weten we niet. Van Maria weten we in ieder geval dat zij, hoewel zij lang niet alles begreep, toch “de dingen bewaarde in haar hart”.
Het bevrijdingsbegrip dat Mattheüs hier hanteert, heeft dus een meerwaarde. Zonde is immers overtreding van de wet van God, opstand tegen Zijn gebod.
De evangelist beklemtoont: Jezus is gekomen om Zijn volk van zonden te bevrijden. Zo komt de grote betekenis van het naderend Kerstfeest in zicht. De viering van Jezus’ geboorte is een bevrijdingsfeest. Het is het begin van het heilsplan van God voor een wereld in nood. De boog van de liefde van God wordt over de mensen gespannen. We kunnen het ook met de woorden van een bekend Kerstlied zo zeggen: “Nu daagt het in het oosten” (lied 444).
Er valt dus heel wat te vieren met Kerst. Helaas wordt dit feest hoe langer hoe meer materieel ingevuld. De commercie heeft er zich volledig meester van gemaakt. Laten we daar toch niet aan toegeven. Laten wij de meerwaarde van dit hoge feest vasthouden: “De duisternis gaat wijken van de eeuwenlange nacht”(Lied 444:2).
Alleen zo wordt het echt Kerst (Christusfeest) voor ons. Zo’n feest bid en wens ik allen van harte toe.


“Komt ons in diepe nacht ter ore:
de morgenster is opgegaan,
een mensenkind voor ons geboren,
“God zal ons redden” is zijn naam.
Open uw hart, gelooft uw ogen,
vertrouw u toe aan wat gij ziet:
hoe’t woord van God van alzo hoge,
hier menselijk aan ons geschiedt.”

(Lied 489:1)

Ds. Johannes Bakker

Tenslotte
Ik wens u allen een goede voorbereidingstijd/Adventstijd. Gezegende Kerstdagen, een zinvolle Jaarwisseling en voor 2025 Folle Lok en Seine/veel Heil en Zegen. Dit is mijn laatste bijdrage als consulent op de website. Vanaf nu ben ik gewoon gemeentelid in Britsum-Koarnjum-Jelsum. Het ga ons allen goed als levende gemeente van onze Here Jezus Christus.

ds. Johannes Bakker.
 
terug